De taal van licht en stilte
Architectuur is meer dan functie of vorm, het is een ervaring, een emotie, een gedicht in steen en licht. In deze zesdelige collegereeks verkennen we de poëzie van architectuur – niet als stijl, maar als ervaring. Kortom, een architectuurcursus voor architecten en liefhebbers die je echt nergens anders kan volgen! We behandelen de volgende architecten:
Dom Hans van der Laan (1904-1991), benedictijn en architect, leefde in een wereld waarin bezinning en bouwen onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Zijn onderzoek naar de ideale verhouding tussen ruimte, muur en mens leidde tot het Plastische Getal – een wiskundige maatverhouding die hij als een soort muzikale toonladder toepaste in zijn ontwerpen. In zijn werk , zoals abdij de Sint-Benedictusberg in Vaals, straalt de ritmiek van muren, openingen en volumes een serene orde uit. Het licht wordt zorgvuldig gestuurd, de wanden ademen een sacrale rust, en elk element lijkt voort te komen uit dezelfde stille logica.
Jan de Jong (1917-2001), leerling en levenslange medestander van Hans van der Laan, gaf samen met zijn leermeester vorm aan de Bossche School. Zijn architectuur is sober, helder en altijd gebouwd vanuit de maatverhoudingen van het plastische getal. Daarmee wist hij gebouwen te creëren die tegelijk eenvoudig en diepzinnig zijn. In de serie Poëtische architectuur laten we zien hoe De Jongs werk het gedachtegoed van Van der Laan verder droeg en een eigen plaats vond binnen de Nederlandse architectuur.
Sigurd Lewerentz (1885 -1975), de Zweedse meester van baksteen, koos een heel andere weg. Minder gericht op abstracte formules, maar even poëtisch in zijn benadering. In zijn late kerken, zoals St. Mark’s in Björkhagen en St. Peter’s in Klippan, spreekt het materiaal zelf: ruwe voegen, onregelmatige bakstenen, een tastbare gelaagdheid die je bijna onder je vingers voelt. Ook zijn ontwerp voor de begraafplaats in Malmö getuigt van diezelfde ruwe, aards getinte poëzie. Hier voegt hij landschap en architectuur samen tot een plek van diepe stilte en reflectie, waar de natuur en het gebouw in een intens samenspel staan. Zijn architectuur is zwaar en aards, en juist daardoor doordrongen van een diepe spirituele intensiteit.
Louis Kahn (1901-1974) wordt vaak gezien als de dichter onder de modernistische architecten. Zijn werk is doordrongen van stilte, monumentaliteit en een bijna sacrale omgang met licht. In zijn gebouwen – van het Salk Institute tot de bibliotheek van Exeter – nodigt hij de bezoeker uit tot bezinning en concentratie. In de serie onderzoeken we hoe Kahn met eenvoudige materialen en krachtige vormen een diepe spirituele dimensie wist te geven aan de moderne architectuur.
Tadao Ando (1941), Japans autodidact en meester van beton, vond in Kahn een belangrijke inspiratiebron. Net als Kahn zoekt hij naar zuivere vormen en een diep respect voor licht en materiaal. In werken zoals de Church of the Light en het Water Temple gebruikt hij simpele vormen, helder licht en het spel van natuur en structuur om een bijna meditatieve ervaring te scheppen. Bij Ando draait het niet alleen om het gebouw zelf, maar ook om de stilte en de natuur eromheen.
Peter Zumthor (1943) staat bekend om zijn ingetogen en meditatieve gebouwen, waarin natuurlijke materialen als steen, hout en beton een cruciale rol vervullen. Zijn Therme Vals is exemplarisch: een architectonisch badhuis dat een serene sfeer oproept, waarin tijd en ruimte lijken te vertragen. Zumthor laat zien hoe een gebouw zich als een tastbare ervaring manifesteert, waarin licht en textuur een poëtische dialoog aangaan.
Carlo Scarpa (1906-1978) De Venetiaanse architect staat bekend om zijn zeldzame gevoel voor detail en materiaal. In projecten als de Brion-begraafplaats en het Museo di Castelvecchio weet hij traditie en moderniteit zorgvuldig te verweven. Zijn architectuur lijkt haast tastbaar: beton, marmer en glas krijgen een poëtische lading door de manier waarop hij ze bewerkt en combineert. Scarpa’s werk toont hoe aandacht voor het kleinste detail een ruimte een bijna sacrale intensiteit kan geven.
Docent Hans de Man studeerde architectonische vormgeving aan de Academie voor beeldende Kunst te Kampen en architectuurgeschiedenis aan de RUG in Groningen. Hans was als theoriedocent 14 jaar verbonden aan ArtEZ University of the Arts en heeft vele honderden colleges en cursussen gegeven voor o.a. HOVO, Vrije Academie, Cultuurbedrijf Noordoostpolder en uiteraard Kunstcolleges.nl
De serie Poëtische architectuur duurt totaal bijna 8 uur en bestaat uit:
College 1. Sigurd Lewerentz
College 2. Peter Zumtor
College 3. Louis Kahn
College 4. Tadao Ando
College 5. Carlo Scarpa
College 6. Hans van der Laan en Jan de Jong


